Mijn eerste ervaring met de ‘kostenpiramide’ deed ik op tijdens mijn MTS-stage bij een architectenbureau. Wat ik met zo’n piramide bedoel, leg ik graag uit aan de hand van de volgende opgedane ervaring. Ik mocht detailtekeningen maken voor een huis waarbij de klant naast zijn huis een overdekt zwembad had laten ontwerpen. In de gevel kwam een dubbele driedelige schuifpui onder een hoek van 120◦. De aansluiting van beide puien was voor mij als beginnend tekenaar een lastig detail. Daarom was ik bezig die schaal 1 op 2 uit tekenen. Mijn leidinggevende kwam langs en zei dat ik moest opschieten, omdat de tekeningen die middag nog de deur uit moesten (ja, dat ging toen nog met de post) en dat er tien details bij geleverd moesten worden, conform opdracht. Hij zei: ‘Maak maar een aantal eenvoudige details, zoals van de aansluiting van de bovendorpel op de muur, want bij de timmerfabriek lossen ze dat probleem van die schuifpuien wel op.’ In werkelijkheid bleek de timmerfabriek dat helemaal niet te hebben opgelost en ook de uitvoerder heeft de puien geplaats zoals aangeleverd door de timmerfabriek. Tot zover ging het nog goed, totdat de opdrachtgever tijdens de oplevering zei zo’n ‘klomp hout’ bij de aansluiting van de schuifpuien niet te accepteren; het belemmerde te veel zijn uitzicht. Ik kreeg op mijn kop omdat ik het verkeerd had getekend. Nadat de boel was gesloopt en vervangen door nieuwe kozijnen, was de opdrachtgever tevreden. Maar de architect en aannemer waren, naast alle vertraging en gedoe, een hoop extra geld kwijt.
Nu vele jaren later kom ik, inmiddels veiligheidskundige, het regelmatig tegen dat in de ontwerpfase en de werkvoorbereiding niet voldoende wordt nagedacht over de uitvoerbaarheid van het project en men ervan uitgaat dat de uitvoerder het buiten in de praktijk wel oplost. Als die er ook niet uitkomt en tijdens de beheerfase alsnog veiligheidsvoorzieningen moeten worden aangebracht is de veelgehoorde kreet ‘veiligheid kost veel geld’. In zo’n laat stadium klopt dat inderdaad. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het leed en de kosten in geval van een ernstig ongeval. Een situatie die ik daarbij tegenkwam ging als volgt. De opdrachtgever had ca. € 40.000 bespaard door het niet aanbrengen van een gondelinstallatie; in plaats daarvan waren een aantal permanente hangladders toegepast. Na een dodelijk ongeval zijn de hangladders alsnog vervangen door meerdere gondelinstallaties, waarbij de totale kosten opliepen tot ruim € 300.000. Daarbij is de inkomstenderving van het gezin van de overleden medewerker niet meegerekend. Het leed voor de betrokkenen is al helemaal niet in geld uit te drukken.
De overtreffende trap die ik meegemaakt heb was het brugongeval in Alphen aan den Rijn, waarbij de aanneemsom van het project rond de €100.000 was en de uiteindelijke schade ruim €25.000.000. Maar ook in het kleine kom ik al kostenverschillen tegen. Doordat men op een dak, waar regelmatig onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd dienen te worden aanlijnvoorzieningen heeft aangebracht, moeten die jaarlijks gecontroleerd en dus betaald worden. Leuningen hebben geen jaarlijkse keuring nodig en dus geen bijkomende kosten en zijn daarbij ook nog intrinsiek veilig. Deze voorbeelden kan ik met vele andere situaties aanvullen.
De kosten lopen niet steeds op dezelfde manier op. In werkelijkheid kan de piramide smaller of breder zijn. De genoemde getallen zijn indicatief. Hoe verder in het proces, hoe meer partijen erbij worden betrokken. Daarmee wordt de foutkans groter en zijn er meer afstemming én kosten nodig om fouten te herstellen.
Oplossingsrichting
Om onnodige kosten te voorkomen dienen we altijd uit te gaan van de arbeidshygiënische strategie, ofwel bronaanpak. Door tijdens de ontwerpfase al na te denken over hoe een gebouw of machine veilig is te bouwen en veilig te onderhouden, voorkom je later enorme kosten en ellende. Daarbij gaat het niet alleen om het hiervoor genoemde aanbrengen van leuningwerk, in plaats van een in onderhoud duur kabelsysteem, op een dak met zonnepanelen. Ook de keuze van materialen speelt een grote rol. Voorkom dat materialen worden toegepast waarbij tijdens bewerking CMR stoffen vrij komen kunnen, zoals kwartsstof, DME, chroom-6, , houtstof, etc. Hierbij is een complicerende factor dat de ‘opbrengsten’ (gezondheid, langer leven) niet altijd terecht komen bij degene die de kosten voor de realisatie van het project maakt. Anders gezegd: als de kosten voor veiligheid en gezondheid tijdens de bouw niet worden gemaakt, gaat dat ten koste van iemand anders. Besparing bij de opdrachtgever en aannemer leidt tot gezondheidsschade bij de werknemer. Andersom geldt dit ook: extra investering in veiligheid en gezondheid levert niet direct iets op voor de opdrachtgever en werkgever. Maar op de lange termijn levert het gezonde, productieve werknemers op, ook op latere leeftijd. En: hoe eerder in het proces geïnvesteerd wordt, hoe beperkter de kosten blijven en hoe groter de opbrengst zal zijn.
We hebben de afgelopen jaren gemerkt dat het lastig is om veilige, gezonde alternatieve materialen te vinden die voldoende schaalbaar zijn. We kunnen bijvoorbeeld zeewier gebruiken als isolatiemateriaal, maar de vraag is of de leverancier hiervan het aankan als morgen alle bouwbedrijven dit gaan toepassen. Echter: alle beetjes helpen, en niets doen levert ook niets op.
Conclusie
Gezien de enorme kosten en tijd die nodig zijn voor herstel, loont het de moeite om reeds in een vroeg stadium van het ontwerp van een gebouw of machine na te denken over uitvoerbaarheid, veiligheid en gezondheid. Dit levert uiteindelijk veel gezondheidswinst op, en daarmee heeft de kostenpiramide een zo smal mogelijke basis, wat de opdrachtgever en aannemer financieel en qua tijd veel oplevert. Ook de werknemers profiteren hiervan voor hun veiligheid en gezondheid.
Heb je zelf goede ervaringen met bepaalde materialen/ methoden? Laat het ons weten!
Dit volledige artikel is ook verschenen in het DVK jaarboek 2021